Zoë Zeef

Voor de leerkracht

Print de bijlage
Projecteer de raadsels bij stap 3.

Doe-opdracht

Zeef zelf de aarde en sorteer de restjes.

Kleuter

Bekijk het filmpje bovenaan deze pagina met je klas. Download en print het stappenplan van de doe-opdracht hier.

Stappenplan

Onderzoeksuitdaging

Wat zou overblijven van jullie lievelingseten na 100 jaar in de grond?

Onderzoeksstap 1

Intro met archeoloog Dieter

Vragen voor de kleuters
  • Wat eet jij graag? Welke dingen horen bij jouw maaltijd?
  • Wat denk je dat er gebeurt als je een stukje appel in de grond stopt? En een snoepje?

Onderzoeksstap 2

Etenswaren verzamelen en materialen verkennen

Laat de kinderen verschillende soorten etenswaren kiezen (en meebrengen van thuis). Bijvoorbeeld: een stukje appel, een broodkorst, een snoepje, een stukje kaas, en een papiertje van een snoepje. Zorg ervoor dat er zowel organische als niet-organische materialen zijn.

Vragen voor de kleuters
  • Hoe voelt dit? Waarvan is het gemaakt?

Onderzoeksstap 3

Voorspellen en tijdslijn maken

Maak samen een tijdslijn op een groot vel papier. Plaats de etenswaren op een schaal van ‘verdwijnt snel’ tot ‘blijft heel lang’. Laat de kinderen voorspellen wat er al na één week zou gebeuren.

Vragen voor de kleuters
  • Wat denk je dat als eerste verandert of verdwijnt? Wat blijft het langste over?
  • Waarom denk je dat sommige dingen sneller veranderen dan andere?

Onderzoeksstap 4

Begraven van de etenswaren

Ga naar buiten en laat de kinderen in kleine groepjes de etenswaren begraven. Gebruik stokjes of vlaggetjes om te markeren wat waar ligt. Maak eventueel foto’s van elk begraven etenswaar.

Vragen voor de kleuters
  • Hoe zorgen we ervoor dat we alles weer terugvinden?
  • Hoe diep moeten we de dingen begraven? Waarom?

Onderzoeksstap 5

Opgraven maar!

Graaf na een week de etenswaren op. Laat de kinderen hun bevindingen vergelijken met hun voorspellingen en met de tijdslijn.

Vragen voor de kleuters
  • Wat zie je nu? Wat is er hetzelfde gebleven? Wat is er veranderd?
  • Is het zoals je dacht? Waarom denk je dat het zo is gegaan?

Onderzoeksstap 6

Terugblik

Bespreek de resultaten en reflecteer samen op wat dit betekent. Maak een koppeling naar het verleden en naar de toekomst.

Vragen voor de kleuters
  • Wat zou een archeoloog over ons/jou leren als hij dit ooit vindt?
  • Waarom blijft een snoeppapiertje langer bestaan dan een appel? Is dat goed of slecht?
  • Wat leren we over hoe we omgaan met afval en de natuur? Wat kunnen we anders doen?

Maakuitdaging

Maak een nauwkeurige en sterke machine die archeologen helpt met sorteren.

Maakstap 1

Intro met archeoloog Dieter

Vragen voor de kleuters
  • Waarom is sorteren belangrijk?
  • Wat zouden wij allemaal kunnen sorteren op school? Waarom?
  • Wat zijn verschillende manieren van sorteren? Hoe sorteer je bv. speelgoed, bestek, …?
  • Waarom moet een sorteermachine voorzichtig zijn?
  • Welke gekke of slimme taak zou jouw machine moeten kunnen om Caroline te helpen?

Maakstap 2

Wat kunnen we sorteren?

Laat de kinderen nadenken over wat archeologen kunnen vinden. Denk aan scherven, botten, sieraden … Leg uit dat archeologen deze dingen moeten sorteren: wat samen hoort bij elkaar leggen, in doosjes of bokalen bewaren, naam op plakken …

Laat de kinderen zelf kiezen wat ze gaan sorteren. Laat ze de klas, de school, de eetzaal, de speelplaats … verkennen als inspiratie. Ze kunnen bijvoorbeeld kiezen uit speelgoed, knikkers, blokken, stenen, stukjes papier, of zelfs allerlei andere voorwerpen die je hebt klaargelegd. Moedig hen aan om zelf na te denken over wat ze willen scheiden (bijvoorbeeld op kleur, grootte, vorm).

Vragen voor de kleuters
  • Wat denk jij dat archeologen allemaal vinden? Waarom moeten ze die dingen sorteren? Hoe doen ze dat?
  • Wat wil jij gaan sorteren?
  • Waarom wil je die dingen sorteren? Wat is er speciaal aan die spullen?
  • Hoe kun je ervoor zorgen dat de spullen goed van elkaar gescheiden worden?

Maakstap 3

Ontwerpen bedenken

Laat de kinderen in kleine groepjes nadenken over hoe ze hun sorteermachine kunnen maken. Ze kunnen allerlei materialen gebruiken, zoals karton, buisjes, zeefjes, lijm, enz. Geef hen voorbeelden:

  • Een zeef om kleine dingen door te laten.
  • Een schuine buis waar ronde dingen naar beneden rollen.
  • Een bak met gaatjes voor grotere of kleinere stukjes.
Vragen voor de kleuters
  • Wat moet jouw machine doen om goed te sorteren? (functionaliteit)
  • Welke materialen wil je gebruiken? (materiaalkeuze, techniek)
  • Hoe wil je alles aan elkaar vastmaken? (techniek)
Negen ideetjes voor de machine

Toon ideeën

  1. Zeefmachine: een doos met een zeef erin waar kleine voorwerpen doorheen vallen en grote bovenop blijven.
  2. Schuine glijbaan: een schuine plank of buis waar ronde dingen naar beneden rollen en platte dingen blijven liggen.
  3. Magneetsorteerder: een machine met een magneet die metalen voorwerpen scheidt van niet-metalen.
  4. Kleurensorteerder: een bak met verschillende vakken waar kinderen zelf dingen op kleur kunnen leggen.
  5. Groot-klein filter: een doos met twee openingen: één voor grote dingen en één voor kleine dingen.
  6. Draaiende schijf: een schijf met openingen van verschillende groottes waar voorwerpen in de juiste gaatjes vallen.
  7. Blazer-sortering: gebruik een rietje of blaasmachine om lichte dingen naar één kant te blazen en zware te laten liggen.
  8. Knikkerbaansorteerder: een knikkerbaan waarbij knikkers op basis van hun grootte in verschillende bakjes terechtkomen.
  9. Watersorteerder: een bak met water waar lichte dingen drijven en zware naar de bodem zinken.

Maakstap 4

Het ontwerp maken

Laat de kinderen hun ontwerp bouwen met de materialen die ze hebben gekozen. Help hen herinneren aan de criteria: de machine moet dingen sorteren, niet omvallen, en werken zoals ze hebben bedacht.

Vragen

Vragen gericht op voorzichtigheid

  • Hoe zorg je dat jouw machine de dingen niet kapot maakt?

Vragen gericht op functionaliteit

  • Hoe zorgt jouw machine ervoor dat grote en kleine dingen apart komen? Kun je een voorbeeld geven?
    (Bijvoorbeeld: “Misschien kun je een zeef maken voor kleine stukjes en een buis voor grote stukken.”)
  • Wat gebeurt er met de kleine spullen? Waar gaan die naartoe in jouw machine?
    (Bijvoorbeeld: “Kun je een bakje maken waar de kleine spullen in vallen?
  • Wat wil je dat jouw machine aan het einde doet? Hoe weet je dat het werkt?

Vragen gericht op stevigheid

  • Hoe zorg je dat jouw machine stevig blijft staan en niet omvalt?
    (Bijvoorbeeld: “Misschien kun je een stevige doos gebruiken als basis.”)
  • Welke dingen kun je gebruiken om alles goed vast te maken? Wat werkt beter: plakband of lijm?
  • Wat doe je als iets toch losgaat? Kun je het weer vastmaken of iets anders proberen?

Vragen gericht op gebruik van materialen

  • Welke spullen kun je gebruiken om jouw machine te maken?
    (Bijvoorbeeld: “Misschien kun je een lege wc-rol of een doosje gebruiken.”)
  • Hoe kun je deze materialen op een slimme manier samen gebruiken?
    (Bijvoorbeeld: “Misschien kun je een buisje vastmaken aan een bakje met plakband.”)
  • Welke materialen zijn makkelijk te knippen of plakken? En welke niet?

Algemene reflectieve vragen

  • Kun je uitleggen hoe jouw machine werkt? Wat doet het als je er iets in stopt?
  • Wat vind je het moeilijkst aan het bouwen? Wat heb je nodig om het makkelijker te maken?
  • Werk je goed samen met je groepje? Hoe kunnen jullie elkaar helpen?
    (Bijvoorbeeld: “De één kan knippen en de ander kan plakken.”)

Maakstap 5

Testen van de sorteermachine

Test de ontwerpen door de gekozen voorwerpen te sorteren. Laat de kinderen observeren wat wel en niet werkt en wat ze moeten aanpassen.

Vragen voor kleuters
  • Wat gebeurt er als je dit door jouw machine laat gaan?
  • Werkt het zoals je dacht? Waarom wel of niet?
  • Welke onderdelen werken goed? Welke moeten we aanpassen?

Maakstap 6

Bijsturen en verbeteren

Laat de kinderen hun machine aanpassen op basis van wat ze hebben geleerd tijdens het testen. Moedig hen aan om verschillende oplossingen uit te proberen.

Vragen voor kleuters
  • Wat kun je veranderen om het beter te laten werken?
  • Hoe kun je het steviger maken of sneller laten werken?
  • Wat kun je doen om nog meer dingen tegelijk te sorteren?

Maakstap 7

Reflecteren

Bespreek wat de kinderen hebben geleerd van het ontwerpen, testen en verbeteren. Maak een link naar het werk van archeologen en de vraag van Dieter.

Vragen voor kleuters
  • Hoe zou jouw machine ook het werk van archeoloog Dieter kunnen vergemakkelijken?
  • Wat deed jouw machine goed? Wat zou je nog beter kunnen maken?
  • Waarom is sorteren belangrijk voor archeologen? Wat leren ze ervan?
  • Zou jouw machine ook voor iets anders kunnen werken? Bijvoorbeeld thuis bij afval scheiden?

Nodig

  • landschapskaart(en)
  • personagekaarten